Omstreeks twee uur 's middags arriveren we bij de Boonervliet in Maassluis. In het gedeelte waar we gaan vissen trekken in het voorjaar altijd de brasems samen. Ook karper zit er dan genoeg.
Het weer is zoals het al dagenlang is in april: koud en nu ook nog met een noordelijke wind. Het maakt het vissen er niet prettiger op. Bovendien is het niet warm genoeg geweest om de brasems massaal te laten samenstromen op onze stek.
We leggen een eenvoudig voertje van gekocht lokvoer vermengd met brood. We vissen met brood.
Al gauw blijkt dat het geen superdag zal worden. We krijgen slechts sporadisch beet wanneer we tussen de gele plomp velden vissen.
Mijn zwager vangt een paar aardige brasems waarvan deze de grootste is:
Ik zelf vang een paar kleinere brasems en ook een paar blankvoorns en een ruisvoorn:
.jpg)
.jpg)
Zoals gezegd houdt het allemaal niet over en omstreeks half zes stoppen we. Waarschijnlijk is het water nog te koud en moeten we wachten op een paar warme dagen.
1 opmerking:
aha zaten jullie daar, da's gewoon de zuidbuurt, zeg dat dan, ben de halve polder door gefietst met zachte banden, ik was gebroken met die wind.
Maar het is duidelijk nog te koud, overal zijn de vissen te laat met paaien welke dat al hadden moeten doen.
Mooie stek daar uit vervlogen tijden.
Marcel.
Een reactie posten