Vandaag krijgen we sinds meer dan een maand temperaturen boven de twintig graden, terwijl er twee dagen geleden nog sneeuw viel ergens in Nederland: we beleven een vreemd voorjaar. Ik ga in de middag vissen op karper en dan is het half bewolkt en een graad of twintig. De wind is matig en uit zuid tot zuidoostelijk richting.
Omstreeks twee uur ben ik op mijn stek en ik zie weinig leven in het water. Ik vis met mijn groene FP Winston special light uit 1977 met een ABU EON 3601 reel met 17/00 Maxima nylon. Ik vis met een kleine dobber en als aas een paar mais korrels. Op mijn eerste stek krijg ik na een tijdje een wegloper en het blijkt een brasem te zijn. "Gelukkig" schiet hij na een tijdje los zodat ik het schepnet niet hoef vuil te maken aan de brasem. Na ongeveer een uur verkas ik en op mijn nieuwe stek krijg ik een mooie wegloper: ik sla aan en denk in eerste instantie dat er een stuk vuil aan mijn haak hangt. Het blijkt echter een kreeft te zijn.
Kreeft aan de haak. |
Spiegelkarper van 80 cm |
Na meting blijkt de karper 80 cm te zijn. Ik vang dit seizoen alleen maar grote karpers: eerder dit jaar had ik al een schubkarper van 82 cm.
Na onthaken en foto's maken zet ik de karper weer voorzichtig terug: zij moet nog voor nageslacht zorgen.
Ik vis nog door op dezelfde stek en krijg na een kwartiertje weer een mooie wegloper en sla aan: de vis maakt meteen een run door de slip en ik verwacht dat het karper is. Het blijkt echter een brasem te zijn die ik in zijn borstvin gehaakt heb. Hij blijkt 56 cm te zijn en zit vol met paaipukkels.
Brasem 56 cm en met paaipukkels |
Ik vis nog een tijdje door, maar vang niets meer. Omstreeks zes uur stop ik en fiets terug naar huis.