Karper op Woningsdag 27 april 2020

Toen Wim hoorde dat ik zondags twee karpers gevangen had, was een nieuwe vissessie gauw gepland: dat zou op Woningsdag worden vanaf een uur of vier in de middag. Wanneer we op de stek arriveren zien we weer vissen kolken maken in de poldersloot. Snel tuigen we op: Wim gebruikt een Winston special light van 330 cm van bruin glas, de opvolger van de groene Winston special light waar ik mee vis. Wim gebruikt een molen en ik weer de Freino Pexor. We vissen allebei met mais. Eerst vissen we op hetzelfde bruggetje, maar al gauw gaat Wim een vijftig tal meters verder op een ander bruggetje vissen.

Als ik na een tijdje omkijk zie ik Wim met een gebogen hengel staan. Ik pak het net en loop naar hem toe. Onderweg naar hem toe zie ik een karper kolken en het blijkt de karper van Wim te zijn die een niet te stuiten run gemaakt heeft onder een brug door: als dat maar goed gaat!
Gelukkig kan Wim de vis onder de brug vandaan halen en kan hij hem op kortere afstand drillen.

De karper was een tiental meters onder het
 bruggetje in de verte gezwommen.

Na nog een paar korte runs gemaakt te hebben laat de karper zich scheppen. De karper blijkt groter dan gedacht:

Schubkarper 70 cm

De haak blijkt diep geslikt, maar kon verwijderd worden.

Na meting blijkt de karper 70 cm te zijn, een stuk groter dan het zich eerst liet aanzien.

Na het maken van wat foto's zetten we de karper terug:

De karper gaat retour.

Het is Wim zijn eerste karper van het seizoen en meteen een hele beste. Wim slaat nog twee keer mis op een karper en ikzelf vang alleen een met paaipukkels gesierde brasem van 50 cm.

Omstreeks half negen stoppen we en gaan we weer huiswaarts.

Op de karper met mais

Zaterdag 25 april zijn Wim en ik gaan vissen op de karper. Wim had een aantal ruisvoorns maar ik had helemaal niks. Op de terugweg reden we langs een sloot waar duidelijk vis aanwezig was: stofwolken onder water en kolken duidden op brasem of karper.

De volgende dag, zondag, ga ik het alleen proberen in de sloot waar we gisteren de aanwezigheid van vis zagen. Ik gebruik mijn oude, groene Winston special light van 330 cm die ik in 1977 bij Jan Schreiner heb gekocht. Met deze inmiddels 43 jaar oude hengel heb ik honderden karpers gevangen. Ik gebruik de Freino Pexor en vis met mais. Ik arriveer even na vijf uur in de middag op de stek. Ook vandaag zie ik de aanwezigheid van vis door onderwater stofwolken en kolken. Of het karper of brasem is weet ik niet.

Op mijn eerste stek voer ik een klein beetje mais en tuig dan mijn hengel op. Ik gooi vlak voor de onderwaterbuis in: het is daar ongeveer 70 cm diep.

Al gauw begint de dobber langzaam naar rechts te bewegen en gaat dan langzaam, maar gestaag onder. Ik sla aan en het is een karper! Hij neemt een heel lange run van bijna 40 meter. Ik zet de slip van de Freino wat zwaarder en de karper stopt gelukkig, maar buigt nu linksaf een zijsloot in. Gauw loop ik met de hengel de weg op en ik kan de karper terughalen. Ik kan hem dicht naar de kant terughalen, maar hij geeft zich niet zo snel over.

Uiteindelijk kan ik hem in het net dirigeren. Ik heb geen meetlint bij me maar ik schat hem een kleine 60 cm. Na onthaken zet ik hem voorzichtig terug.

Door het tumult op mijn stek verwacht ik dat er voorlopig geen karper meer zit en ik probeer een bruggetje een 30 tal meter verderop.

Ook hier voer ik met mais. Ik vis tussen het vuil, maar een half uur lang krijg ik geen stootje. Dan probeer ik de andere kant van hetzelfde bruggetje. Na nog geen vijf minuten zie ik mijn dobber langzaam naar rechts bewegen en uiteindelijk onder gaan. Ik sla aan het is weer een karper. Ondanks dat ik de slip zwaarder had gezet neemt ook deze karper een lange run: zeker 40 meter ver. Ik druk met mijn wijsvinger op de Freino spoel en dan stopt de karper. Dan echter komt de karper naar me toe zwemmen. Ik spoel snel lijn op en pak het net: ik wil voorkomen dat de karper het bruggetje waar ik op sta onderdoor gaat. Ik doe het net in het water, maar de karper zwemt er gewoon langs de brug onderdoor. Er blijken planten onder de brug te zitten en op een gegeven moment zit ik vast: ik verwacht lijnbreuk, maar ik kan toch de karper loskrijgen en onder de brug vandaan halen. Echter gaat de karper weer richting de brug en ondanks dat ik de hengel tot barstens toe in een bocht trek gaat de karper er weer onder en komt weer vast te zitten. Het lukt andermaal de karper onder de brug vandaan te trekken, maar nog vijf keer lukt het hem om onder de brug te komen en even zoveel keren lukt het me om met een tot het uiterste gebogen hengel de karper weer onder de brug uit te trekken. Dan kan ik hem uiteindelijk scheppen. Het is een zware schubkarper die wel richting de 70 cm gaat.

Na onthaken zet ik hem of beter haar terug. 

Ik vis nog een uurtje op de stek waar ik de eerste karper ving, maar ik vang slechts een brasem die wel boven de 50 cm is.

Ik geniet nog even van het lekkere weer en pak dan in en ga huiswaarts.

Freino Pexor en Corona

Vorig jaar heb ik op Marktplaats een Freino Pexor molen gekocht. Dat is een soort kruising tussen een molen en een reel. Je kunt er niet mee werpen, maar het grote voordeel is dat de slip net zo werkt als bij een reel en dat betekent dat die slip beter is dan bij een werpmolen.
Ik heb € 50 betaald voor de Freino Pexor. Zo ziet ie er uit:

Freino Pexor van Pezon & Michel

Freino Pexor van Pezon & Michel

De slip was eerst nog niet optimaal, maar na vervanging van de aanwezige slipschijf door Carbontex schijven werkt de slip zonder enige hapering.

Op Goede Vrijdag, 10 april, ga ik gewapend met de 370 cm lange Cobold FP brasemhengel en de Freino Pexor en een blikje mais op de kaper. Het is prachtig weer: zonnig, oostenwindje en een graad of 20. Ik begin omstreeks half elf in de morgen.

Onderweg naar mijn stek kom ik gelukkig niet veel mensen tegen: het is Corona tijd dus we moeten minimaal anderhalve meter afstand houden en met teveel mensen op straat lukt dat moeilijker.

Na een minuut of twintig fietsen kom ik op mijn stek:

Die afvoerbuis lijkt me een aantrekkelijke stek. Ik voer eerst wat maiskorrels en tuig dan mijn FP brasem cobold 370 cm hengel op met mijn Freino Pexor. Ik gebruik 4 maiskorrels die ik met een hair aan de haak bevestig. Ik werp in en de dobber staat een halve meter van de opening van de buis. Daar is het omstreeks 90 cm diep.

Al na een kwartier krijg ik beet: de dobber schokt wat en gaat vervolgens onder. Ik sla aan en het is karper! De karper schiet naar de overkant, mijn brasemhengel in een flinke bocht trekkend. Dan buigt ie links af en stoomt door en plotseling is ie los........ Teleurgesteld spoel ik de lijn binnen en tegen mijn verwachting in blijkt de haak er nog gewoon aan te zitten. Ik vermoed dat ik niet hard genoeg geslagen heb met mijn soepele brasem hengel.

Snel doe ik weer vier maiskorrels op de hair en gooi weer in. Een uur lang gebeurt er verder niks en ik besluit een honderdtal meters verderop te gaan zitten. Ik maak twee voerstekjes met maiskorrels en bevis die om de beurt. Na ongeveer tien minuten zie ik vlak voor me aan de kant een karper ravotten. Ik leg mijn dobber er vlak bij: die ligt nu wel plat maar dat moet maar even zo. Al vrij snel zie ik beweging aan mijn dobber en vrij snel daarna gaat ie schuin weg. Ik sla aan en het is weer een karper.
Ik had de slip van de Freino Pexor wat zwaarder gezet en de karper trekt daarom de hengel in een diepe bocht. Het is geen grote karper en hij maakt geen grote runs, maar hij blijft zich toch hardnekkig verzetten. Met zo'n lange hengel van 370 cm is het landen altijd lastig: iemand biedt aan om me te helpen maar dat sla ik af mede door de Corona toestanden.
Uiteindelijk lukt het me de karper in het net te delegeren. Dit was hem:

Ik schat hem op een centimeter of 55, mijn eerste karper van het seizoen. De haak zit voorin de bek en laat zich makkelijk verwijderen. Ik zet hem voorzichtig terug.

Ik vis nog een half uur verder maar vang verder niks.

Omstreeks kwart voor twee stop ik en fiets in het mooie weer naar huis.